Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo [1]bid ik u dan, ik, de [2]gevangene [3]in den Heere, dat gij wandelt [4]waardiglijk der roeping, met welke [5]gij geroepen zijt; 1. Of, vermaan. 2. Grieks, gebonden. Zie hfdst.3 vs.1. 3. Dat is, om de zaak des Heeren, namelijk Christus, gelijk hfdst.3 vs.1. 4. Dat is, betamelijk, gelijk Matth.3:8. 5. Namelijk tot de gemeenschap van Christus, en derhalve ook der godzaligheid in Christus. De apostel spreekt hier niet alleen van de uitwendige, maar ook van de inwendige en krachtige beroeping, waardoor zij tot het geloof in Christus gebracht waren; gelijk uit de volgende verzen blijkt.